Alle poezen zijn DNA getest bij Dr. van Haeringen Lab. te Wageningen op:
K754 - Pyruvaatkinase Def.: Pyruvaat Kinase (PK) is een enzym dat essentieel is voor de energieproductie in rode bloedcellen. Bij lijders is dit enzym afwezig, waardoor rode bloedcellen versneld afgebroken worden. De afwijking kenmerkt zich door bloedarmoede. Bij diverse rassen is een verschillende mate van de symptomen beschreven. Symptomen bestaan uit bloedarmoede, en bevatten zwakte bij inspanning, hartruis en een vergrote milt.
K751 - GSD Type IV: GSD IV is een afwijking waarbij overtollige suikers in het lichaam niet op de juiste manier worden opgeslagen. In gezonde dieren wordt suiker opgeslagen als glycogeen, dat direct beschikbaar is wanneer inspanning geleverd wordt. Het enzym dat hierbij betrokken is, wordt aangeduid met de afkorting GBE. In dieren die lijden aan de afwijking, is GBE niet aanwezig. Hierdoor ontstaat een ophoping in organen zoals de lever. Dit leidt uiteindelijk tot uitval van de organen. De aangetaste dieren leven maximaal vijf maanden.
K793 - Bloedgr. AB (DNA): Bloedgroepenonderzoek bij katten is nodig omdat een verschil in de bloedgroepen tussen een poes en een ongeboren kitten gevaar op kan leveren voor jonge kittens. Het risico kan geschat worden door in bloed de factoren van de poes te bepalen. Op basis van de bloedgroepen van poes en potentiële katers kan een inschatting worden gemaakt van het risico op kittensterfte als gevolg van bloedgroepverschillen. Het advies is echter nooit een garantie op het volledig voorkomen van kittensterfte.
K762 - rdAc-PRA: PRA is een veel voorkomende erfelijke afwijking die leidt to blindheid. De blindheid ontwikkelt zich sneller of langzamer afhankelijk van de mutatie. Een groot aantal verschillende vormen van PRA zijn inmiddels bekend.
K711 - PKD: Bij katten met Polycystic Kidney Disease (PKD) ontstaan tijdens het leven blaasjes (cysten) in de nieren. Deze blaasjes verdrukken het nierweefsel, waardoor de nieren op een bepaald moment niet meer kunnen functioneren. Dit leidt tot verminderde eetlust, overmatig drinken en gewichtsverlies. Meestal sterven katten met PKD op een leeftijd van vier tot acht jaar aan de bijbehorende vergiftigingsverschijnselen.
K725 - HCM1
K764 - HCM2
K799 - HCM3: Hypertrofe Cardiomyopathie (HCM) komt bij vrijwel alle diersoorten voor, ook bij de mens. Hypertrofe Cardiomyopathie is de meest voorkomende oorzaak voor een plotseling hartfalen onder jong volwassenen. Dat geldt ook voor een aantal kattenrassen. De dieren overlijden aan hartfalen en aan thrombo-embolisme (bloedpropjes). Door diverse oorzaken kan de hartspier (het myocard) verdikken (hypertroof worden), waardoor deze zijn functie niet meer goed kan vervullen. Op basis van deze oorzaken wordt een onderverdeling gemaakt in primaire en secundaire hypertrofie. De hartspier verdikt uiteindelijk zodanig dat de normale functie belemmerd wordt en hartfalen ontstaat. Uiteindelijk ontstaat een zogenaamd overvullingsbeeld waarbij er vocht in de longen zit (longoedeem). De kat krijgt ademhalingsmoeilijkheden, vochtophoping en uiteindelijk sterft het dier.
K867 - Rdy-PRA: PRA is een veel voorkomende erfelijke afwijking die leidt to blindheid. De blindheid ontwikkelt zich sneller of langzamer afhankelijk van de mutatie. Een groot aantal verschillende vormen van PRA zijn inmiddels bekend.
K767 - SMA: Spinale Musculaire Atrofie (SMA) lijkt sterk op vergelijkbare afwijkingen bij mensen en andere diersoorten. De ziekte wordt gekenmerkt door verzwakking en atrofie (afbraak) van de spieren.
K751 - GSD Type IV: GSD IV is een afwijking waarbij overtollige suikers in het lichaam niet op de juiste manier worden opgeslagen. In gezonde dieren wordt suiker opgeslagen als glycogeen, dat direct beschikbaar is wanneer inspanning geleverd wordt. Het enzym dat hierbij betrokken is, wordt aangeduid met de afkorting GBE. In dieren die lijden aan de afwijking, is GBE niet aanwezig. Hierdoor ontstaat een ophoping in organen zoals de lever. Dit leidt uiteindelijk tot uitval van de organen. De aangetaste dieren leven maximaal vijf maanden.
K793 - Bloedgr. AB (DNA): Bloedgroepenonderzoek bij katten is nodig omdat een verschil in de bloedgroepen tussen een poes en een ongeboren kitten gevaar op kan leveren voor jonge kittens. Het risico kan geschat worden door in bloed de factoren van de poes te bepalen. Op basis van de bloedgroepen van poes en potentiële katers kan een inschatting worden gemaakt van het risico op kittensterfte als gevolg van bloedgroepverschillen. Het advies is echter nooit een garantie op het volledig voorkomen van kittensterfte.
K762 - rdAc-PRA: PRA is een veel voorkomende erfelijke afwijking die leidt to blindheid. De blindheid ontwikkelt zich sneller of langzamer afhankelijk van de mutatie. Een groot aantal verschillende vormen van PRA zijn inmiddels bekend.
K711 - PKD: Bij katten met Polycystic Kidney Disease (PKD) ontstaan tijdens het leven blaasjes (cysten) in de nieren. Deze blaasjes verdrukken het nierweefsel, waardoor de nieren op een bepaald moment niet meer kunnen functioneren. Dit leidt tot verminderde eetlust, overmatig drinken en gewichtsverlies. Meestal sterven katten met PKD op een leeftijd van vier tot acht jaar aan de bijbehorende vergiftigingsverschijnselen.
K725 - HCM1
K764 - HCM2
K799 - HCM3: Hypertrofe Cardiomyopathie (HCM) komt bij vrijwel alle diersoorten voor, ook bij de mens. Hypertrofe Cardiomyopathie is de meest voorkomende oorzaak voor een plotseling hartfalen onder jong volwassenen. Dat geldt ook voor een aantal kattenrassen. De dieren overlijden aan hartfalen en aan thrombo-embolisme (bloedpropjes). Door diverse oorzaken kan de hartspier (het myocard) verdikken (hypertroof worden), waardoor deze zijn functie niet meer goed kan vervullen. Op basis van deze oorzaken wordt een onderverdeling gemaakt in primaire en secundaire hypertrofie. De hartspier verdikt uiteindelijk zodanig dat de normale functie belemmerd wordt en hartfalen ontstaat. Uiteindelijk ontstaat een zogenaamd overvullingsbeeld waarbij er vocht in de longen zit (longoedeem). De kat krijgt ademhalingsmoeilijkheden, vochtophoping en uiteindelijk sterft het dier.
K867 - Rdy-PRA: PRA is een veel voorkomende erfelijke afwijking die leidt to blindheid. De blindheid ontwikkelt zich sneller of langzamer afhankelijk van de mutatie. Een groot aantal verschillende vormen van PRA zijn inmiddels bekend.
K767 - SMA: Spinale Musculaire Atrofie (SMA) lijkt sterk op vergelijkbare afwijkingen bij mensen en andere diersoorten. De ziekte wordt gekenmerkt door verzwakking en atrofie (afbraak) van de spieren.